Lage rugpijn kan, op basis van de oorzaak, worden ingedeeld in aspecifieke en specifieke lage rugpijn
Aspecifieke lage rugpijn is rugpijn die zich bevindt tussen de onderste ribben en bilplooien (eventueel met uitstraling in het been) waarvoor geen specifieke lichamelijke oorzaak kan worden aangetoond.
Specifieke lage rugpijn is lage rugpijn met een specifieke lichamelijke oorzaak. Het lumbosacraal radiculair syndroom is een vorm van specifieke lage rugpijn waarbij sprake is van zenuwpijn in 1 been, die al dan niet gepaard gaat met uitvalsverschijnselen van bijvoorbeeld kracht of gevoel. De oorzaak is vaak een hernia (uitstulping) van de tussenwervelschijf.
De fysio/manueeltherapeut zal u bij de eerste behandeling screenen op symptomen van specifieke rugpijn.
Indien de fysio/manueeltherapeut vermoedt dat er sprake is van specifieke rugpijn zal er overleg plaats vinden met uw huisarts. Aansluitend zal er een passend behandelplan volgen.
Het natuurlijk beloop van aspecifieke lage rugpijn is gunstig. Volledig herstel vindt vaak plaats tussen de 4 en 6 weken. Het terugkomend karakter van aspecifieke rugpijn is echter hoog (66%).
In de acute fase (0- 6 wk) kan de fysio/manueeltherapeut u begeleiden naar volledig herstel. Indien de klachten niet afnemen binnen 3 weken is het raadzaam om de bewegingsfunctie van uw wervelkolom te beoordelen. Bij aanhoudende klachten na 6 weken is vaak specifieke oefentherapie de aangewezen behandelmethode.